Wel even goed de paaseieren laten schrikken!
Was dat even schrikken…
“WAAAAAAAAA!!!” Vanmiddag toen ik de gekookte eieren, die mijn kinderen en ik hadden gekleurd om mooie paaseieren te krijgen, wilde laten schrikken, hoorde ik mijn jongste zoontje van bijna drie plotseling een hele harde schreeuw geven.
Wij hadden met kurkuma en bieten, dan krijg je gele en rood/paarse eieren, onze eieren gekookt. Toen de eieren lang genoeg waren gekookt zei ik dat het nu tijd was om de eieren te laten schrikken. Je voelt hem al aankomen… mijn zoontje had zich, terwijl ik zoals ik had gezegd koud water op de afgegoten eieren liet lopen, achter het aanrecht verstopt en sprong vervolgens met een harde schreeuw richting de eieren, “WHAAAAAAAA…!!!” Hij keek mij vervolgens voldaan aan en zei: “Eieren laten schrikken…”.
Ik heb natuurlijk erg gelachen. Dit was weer zo’n heerlijk moment waar ik altijd zo van geniet. Een kind vat iets letterlijk op terwijl er eigenlijk iets anders wordt bedoeld wat resulteert in veelal hilarische situaties.
Niet altijd grappig…
Het is uiteraard niet altijd even leuk. Ik heb mijn zoontje ook wel eens met een schaar op ons mooie wollen kleed teruggevonden terwijl hij het “haar” van het kleed aan het bijknippen was. Toen ik hem vertelde dat ik het niet zo’n goed idee vond keek hij mij verbaasd aan en zei: “Maar het groeit toch weer aan?”. Haar was haar volgens hem en dit was het “haar” van een schaap.
Aangezien deze situaties zich regelmatig voordoen is het denk ik belangrijk om er de humor van in te zien. Jonge kinderen doen gewoon wat er in hun opkomt en zijn zich nog niet bewust van het gevolg van hun acties. Helemaal als zij “onze taal” nog niet begrijpen ontstaan er regelmatig misverstanden.
Dubbele betekenis
Het proces waarbij een kind vanaf de geboorte zich bepaalde taalvaardigheden eigen maakt wordt “taalverwerving” genoemd. De taalverwerving vindt vooral plaats tussen 0 en 6 jaar en is een uiting van ontwikkeling of groei in de hersenen. Binnen die ontwikkeling doorloopt een kind verschillende fasen: “de voortalige fase” (0-1 jaar) waarin de basis voor taal wordt gevormd, “de vroegtalige fase” (1-2 jaar) waarin woorden betekenis krijgen, “de differentiatiefase” (2-5 jaar) waarbij het kind rond het 3e jaar een grote ontwikkelingsprong doormaakt, steeds meer woorden gaat combineren en grammatica gaat gebruiken en tot slot, “de voltooiingfase” (5-6 jaar) waarbij de woordenschat nog meer wordt uitgebreid en de taal steeds makkelijker wordt gebruikt.
Na het zesde jaar heeft een kind de taal dus grotendeels onder de knie. Maar pas rond het 10e jaar beheerst een kind de taal voldoende om het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik te begrijpen. Een kind vind het dan ook pas interessant om spreekwoorden, uitdrukkingen en woorden met een “dubbele betekenis” (letterlijk en figuurlijk) bewust te gebruiken.
Maar vooral leuk…
Dit betekent dat ik gelukkig nog een hele tijd van deze meestal hilarische voorvallen kan genieten wanneer mijn kinderen met volle overgave hun realiteit met mij delen. Als papa “stuk” is van een dag hard werken, dan moet hij gemaakt worden, “een gat in je hand hebben” moet wel heel veel pijn doen en eieren laat je af en toe goed schrikken WHAAAAAAAA!!!
Heb jij ook van deze grappige situaties met je kinderen meegemaakt?