Kinderen zijn zichzelf
Mijn jongste zoontje van drie roept “mama…, MAAAM.., MAAAAAM!!!” Het is duidelijk, hij heeft mij nodig. Ik loop, ietwat geïrriteerd, snel naar de voordeur toe waar hij met zijn loopfietsje buiten staat te wachten… ik vertel hem dat hij ook naar binnen kan komen als hij mij nodig heeft… of even kan wachten totdat ik naar hem toe ben gekomen. Tegelijkertijd ben ik mij er bewust van dat ik nog helemaal niet heb gevraagd waarom hij mij roept en dat hij precies op mij lijkt; ik heb ook een sterke persoonlijkheid, wil graag snel resultaten zien en laat bij tijd en wijle de lieve mensen om mij heen duidelijk weten wat ik wil…
Op zich zijn dat allemaal mooie kwaliteiten, ik merk ook dat, wanneer ik vanuit een “natuurlijk zijn” handel, ik deze eigenschappen combineer met empathie en mededogen. Op deze manier wil ik graag in het leven staan; in mijn eigen kracht en met respect en begrip voor anderen. Alleen er is ook een stuk van mij dat zich niet helemaal laat zien, dat zich niet uit en daardoor emoties binnen houdt. Door opvoeding, onzekerheid, angst, maar ook cultuur, sociale normen etc. passen wij ons aan onze omgeving aan, waardoor wij in de loop van ons leven voor een stuk ons eigen “zijn” kwijtraken.
Dit bewonder ik zo aan mijn kinderen en kinderen in het algemeen. Zij zijn zichzelf en kunnen hun emotie helemaal doorleven en uiten, zonder te veel rekening te houden met hun omgeving. Vooral jonge kinderen kunnen door bijv. huilen, schreeuwen, stampen etc. heel goed duidelijk maken wat zij nodig hebben en de gepaarde emoties hierbij uiten. Het volgende ogenblik kunnen zij dan ook weer blij zijn met wat er op dat moment speelt en worden niet gehinderd door wrok, herinneringen etc. dat hebben zij immers ge-uit en is dus uit hun systeem.
De theorie van “Het Fluisterkind”
In mijn studie “Kindertolk” (Present Child) wordt het kind dat nog helemaal zichzelf is; open, bereid om liefde te brengen en te ontvangen, reagerend met pure basisemoties, het “pure kind” genoemd. De theorie vertelt dat een baby “heel” (puur) geboren wordt. Vervolgens wordt gewenst gedrag van de baby gewaardeerd en gedrag dat wij (de ouders) moeilijk vinden, als ongewenst ervaren, wordt genegeerd of zelfs afgestraft. Het gewaardeerde gedrag zal dan groeien en ongewenst gedrag mag er, in de ervaring van het kind, niet zijn en dat worden blinde vlekken (het onbewuste). Dit proces gaat de hele opgroeifase van het kind zo door.
Wanneer een baby/kind in zijn poging tot communiceren niet wordt begrepen en ongewenst gedrag wordt genegeerd (of afgestraft) is dit voor het pure wezen dat het (nog) is erg pijnlijk. In eerste instantie zal het zijn ongeziene of afgekeurde behoefte nog proberen duidelijk te maken door boosheid, verdriet of angst (“het gewonde kind”). Als dat echter geen resultaat heeft, geeft het kind het op en past zich aan (“het overlevende kind”) waarbij het in reactie op de pijn een overlevingsstrategie inzet die overdreven aansluit bij de wensen van de ouders en die vaak wordt ingezet om een ander te helpen in plaats van zichzelf, want dat werkte tenslotte niet.
Deze overlevingsstrategieën of coping mechanismen zijn eigenschappen die wij als volwassenen allemaal kennen van onszelf of mensen, helaas ook veel kinderen, in onze omgeving. Het is het; overdreven willen helpen, zich verantwoordelijk voelen, terugtrekken of vermijden, overdreven lief doen, kritiek hebben (op jezelf of anderen) etc.
Wij zijn allemaal aan het overleven
Als je bewust wordt van dit proces ga je heel anders naar jezelf en anderen kijken. Je ziet op een gegeven moment hoe vaak wij op een dag onbewust ons eigen “oudzeer”; wat wij als baby/kind als pijnlijk hebben ervaren en bij ons een blinde vlek is geworden, op onze kinderen projecteren. Hoe partners of vrienden alleen maar zo reageren omdat zij niet meer weten en durven open en kwetsbaar te zijn. Hoe onze kinderen in hun pure onschuld heel vaak hun best doen om te helpen, te luisteren, ons iets te vertellen; soms (of vaak) in hun wanhoop op een voor ons brutale, onaangepaste manier. En dat wij door onze eigen blinde vlekken het niet kunnen begrijpen en ontvangen.
Laten wij onszelf en onze kinderen de ruimte geven om weer heel te worden, of heel te blijven. Goed-slecht, lief-stout, zacht-hard, etc. bestaat nou eenmaal allemaal in onze dualistische wereld en mag er dus ook zijn. Dit betekent niet dat wij allemaal schreeuwend, stampend en rollend over de grond onze emoties moeten gaan uiten. Maar ik merk dat wanneer ik net als mijn kinderen naar mijn onderbuik gevoel, waar mijn eigen innerlijke “pure” kind zich heeft verstopt, luister en open ben, bereid om liefde te geven en te ontvangen en mijn gevoelens deel met anderen, ik meer in contact met mijzelf en dus met anderen ben. Van daaruit kan ik mijn kinderen het goede voorbeeld geven en mijn lieve kleine schreeuwende kleuter ook als mijn leermeester zien.
Is jouw kind ook soms je leermeester?